François Van Bauwel

                     Kamsalamander

 
 

 

 
 


De kamsalamander

De kamsalamander is de grootste inheemse watersalamander, hij is 10-17 cm lang. Hij onderscheid zich van de andere salamanders, door zijn geeloranje buik die zwarte vlekken heeft. Tijdens de voortplanting hebben de mannetjes een opvallende getande kam die loopt van tussen de ogen tot de staartwortel.
De vrouwtjes hebben geen kam. Ze hebben wel een ondiepe groef op het midden van de rug.
Vanaf februari - maart trekken de kamsalamanders naar hun voorplantingsplaats. De eitjes worden door het vrouwtje afzonderlijk op de waterplanten afgezet. Na twee weken verschijnen de 1 cm grote larven.
Na de ontwikkeling van de larven, verlaten de jonge salamanders het water vanaf eind augustus, om hun zomerbiotoop op te zoeken. Op het land zijn ze enkel tijdens de schemering en de nacht actief. Ze voeden zich met wormen en andere kleine bodemdieren. Overwinteren doen ze onder stenen,boomwortels, holen, oude muren enz. Ze komen algemeen voor in Belgisch Limburg.